Een soort van atletiek oefeningen met de kinderen gedaan.

Over heen springen, onder door kruipen en de bal in de band gooien. Misschien staan ze over een paar jaar wel op de Olympische spelen. Met dit mooie weer kunnen we lekker buiten spelen.

Buiten spelen

Buiten spelen vinden de kinderen heerlijk. Lekker rennen en spelen. Maar ook kijken naar alles wat er buiten voorbij komt. Bijvoorbeeld een hele grote truck of politieauto of brandweerauto. Er gebeurt van alles op straat.

Grove motoriek

Voor deze atletiek oefening gebruik je je grove motoriek.

Motoriek is het vermogen om te bewegen. Hierbij onderscheiden we de grove en fijne motoriek. Bewegingen waarbij je het hele lichaam gebruikt vallen onder de grove motoriek, zoals kruipen, lopen, springen of gooien en vangen. Bij de fijne motoriek draait het allemaal om de fijne bewegingen: bijvoorbeeld tekenen, knippen, met een lepel eten of het vasthouden van een potlood.

Vooral het eerste jaar zijn er enorm veel motorische mijlpalen. Dat is ook niet zo gek: binnen een jaar verandert jouw kleine baby in een stoere dreumes, die kan staan en misschien zelfs al lopen.

Grove motoriek stimuleren

Leren zitten, kruipen, lopen én straks hinkelen, zwemmen en fietsen. Je kind moet heel wat oefenen om straks al die motorische vaardigheden onder de knie te krijgen. Gelukkig kun je de grove motoriek spelenderwijs stimuleren.

Ontwikkeling grove motoriek

De bewegingen van je baby zijn in het begin grof en onbeheerst. Geleidelijk aan leert hij steeds meer gecontroleerde bewegingen te maken. Van zitten naar tijgeren, kruipen, staan en lopen. Later bouwt je kind zijn basale motoriek verder uit: hij gaat steeds beter rennen, springen en klimmen. Tegen de tijd dat je kind naar groep één gaat, kan hij verbazingwekkend veel: op een driewielertje rijden of misschien zelfs al fietsen zonder zijwieltjes, z’n eigen schoenen aantrekken, even op één been staan, een eenvoudige koprol maken en hinkelen (of iets dat erop lijkt).

Voor meer foto’s zie hier.