Met dit mooie weer zijn we lekker buiten aan het bewegen. Het is zo bijzonder dat het in februari zo lekker warm en zonnig is. Je kan gewoon in een t-shirt in de zon zitten.
Met dit mooie weer gaan we lekker vaak en lang naar buiten. De kinderen hebben dit ook gemist. Samen gaan dan we dan bijvoorbeeld “kennis”spelletjes doen.
Kennis spelletjes
We leren met kennis spelletjes op spelenderwijze verschillende dingen, bijvoorbeeld de kleuren. Met de verschillende kleuren hoepels vragen we de kinderen en spring nu in de rode, de groene of allemaal bij elkaar. De kinderen vinden dat erg leuk om te doen en zo leren ze heel veel terwijl ze het niet door hebben.
Grove motoriek
Leren zitten, kruipen, lopen én straks hinkelen, zwemmen en fietsen. Je kind moet heel wat oefenen om straks al die motorische vaardigheden onder de knie te krijgen. Gelukkig kun je de grove motoriek spelenderwijs stimuleren.
Wat is grove motoriek?
Motoriek is het vermogen om te bewegen. Hierbij onderscheiden we de grove en fijne motoriek. Bewegingen waarbij je het hele lichaam gebruikt vallen onder de grove motoriek, zoals kruipen, lopen, springen of gooien en vangen. Bij de fijne motoriek draait het allemaal om de fijne bewegingen: bijvoorbeeld tekenen, knippen, met een lepel eten of het vasthouden van een potlood.
Vooral het eerste jaar zijn er enorm veel motorische mijlpalen. Dat is ook niet zo gek: binnen een jaar verandert jouw kleine baby in een stoere dreumes, die kan staan en misschien zelfs al lopen.
Ontwikkeling grove motoriek
De bewegingen van je baby zijn in het begin grof en onbeheerst. Geleidelijk aan leert hij steeds meer gecontroleerde bewegingen te maken. Van zitten naar tijgeren, kruipen, staan en lopen. Later bouwt je kind zijn basale motoriek verder uit: hij gaat steeds beter rennen, springen en klimmen. Tegen de tijd dat je kind naar groep één gaat, kan hij verbazingwekkend veel: op een driewielertje rijden of misschien zelfs al fietsen zonder zijwieltjes, z’n eigen schoenen aantrekken, even op één been staan, een eenvoudige koprol maken en hinkelen (of iets dat erop lijkt).
Ontwikkeling grove motoriek per leeftijd
Wanneer leert je baby zitten, kruipen en lopen? En op welke leeftijd hinkelt je kind het huis door, zijn zwembandjes niet meer nodig, net als zijwieltjes? Zo verloopt de grove motoriek per leeftijdscategorie. Ook hiervoor geldt: elk kind doet alles op zijn eigen tempo. Het schema is dan ook bedoeld om je een idee te geven wat je per leeftijd ongeveer kunt verwachten.
Baby
0 tot 3 maanden
Rond de twee maanden leert je baby zijn verschillende spieren te gebruiken. Hij leert zijn hoofd steeds beter in balans te houden en zijn nek wordt sterker. De meeste kinderen van drie maanden kunnen nu van de linkerzij op de rechterzij draaien en omgekeerd.
3 tot 6 maanden
Vanaf vier maanden kan je baby ineens van zijn rug doorrollen naar de buik. Oppassen dus als je hem op het bed of op de commode legt. Echt goed los blijven zitten, kan je baby nu nog niet. Vanaf een maand of vijf leert hij wel steeds langer zijn rug en nek recht te houden. Vanaf zes maanden ontdek je misschien al de eerste kruipbewegingen bij je kind.
6 tot 9 maanden
Echt goed los blijven zitten, kunnen de meeste kinderen rond de achtste of negende maand. Leunt je baby op zijn handen en knieën, dan duurt het meestal niet lang meer voor hij begint te kruipen. Waarschijnlijk kan hij rond de negen maanden vanuit de kruiphouding al zelf gaan zitten, liggen en weer overeind komen. Misschien lukt het hem ook al om zich op te trekken aan de spijlen van de box of een stoel.
9 tot 12 maanden
Vanaf een maand of tien kan je baby gaan lopen. Maar bij de meeste kinderen duurt het nog even voordat ze de eerste stapjes zetten, vaak gebeurt dit pas rond veertien maanden. Het verschil is dus groot, sommige baby’s beginnen met anderhalf jaar de kamer door te schuifelen, terwijl andere kinderen al met negen maanden los lopen.
12 tot 14 maanden
De eerste stapjes komen dus hoogstwaarschijnlijk rond deze periode. Hoe snel je baby gaat lopen is gedeeltelijk genetisch bepaald.
14 tot 17 maanden
Je kind is waarschijnlijk de hele tijd in beweging: kruipend, lopend, rennend, op een driewieler. Geef hem vooral die vrijheid! Je baby kan nu waarschijnlijk ook aardig goed klimmen. Je hebt er kinderen bij die overal op en af klauteren.
Peuter
Rennen, klimmen en ravotten. Peuters zijn er dol op. Vooral buiten waar ze ongehinderd hun gang kunnen gaan. Je peuter kan nu misschien al op een loopfietsje fietsen en alleen van een glijbaan afglijden. Op één been staan, een trap oplopen, een koprol maken en over een boomstam lopen, leert hij ook in deze fase.
Voor meer foto’s zie hier.