Gisteren hebben de kinderen bij ons zelf een formule 1 race gehouden. Met hun autootjes en fietsjes reden ze achter elkaar aan. En het ging er best hard aan toe.
Buitenspelen
Dagelijks gaan we met de kinderen buitenspelen. Dat vinden ze heerlijk om buiten lekker uit te waaieren, te rennen of heerlijk in de zandbak te spelen. Buitenspelen is ook goed voor hun motoriek.
Motoriek
Een kind leert kruipen, staan, zitten, lopen, fietsen, skaten, enzovoort. Hierbij gaat het om grote bewegingen met de romp, armen en benen. Dit noemen we ook wel de grove motoriek. Bij fijne bewegingen, zoals een kraaltje vastpakken, knippen en een potlood gebruiken, hebben we het over de fijne motoriek.
Kinderen ontwikkelen zich in hun eigen tempo
De fijne motoriek komt later tot ontwikkeling dan de grote bewegingen. Kinderen volgen hun eigen tempo. Het ene kind loopt bijvoorbeeld snel, het andere kind doet het rustig aan.
Grove motoriek
De motorische ontwikkeling gaat tussen 1 en 4 jaar met sprongen vooruit. Kinderen krijgen hun lijf steeds meer onder controle. Als je kind 2 jaar is, lijkt het lopen nog een beetje op waggelen. Je kind heeft dan nog moeite om zijn evenwicht te bewaren. Als je kind 3 is, loopt hij al veel beter kan hij misschien ook al rennen, springen en klimmen.
Fijne motoriek
Je kind leert steeds fijnere bewegingen met zijn handen en vingers te maken. Peuters kunnen steeds beter een potlood vasthouden, een bladzijde van een boek omslaan, en kleine dingen doen zoals een kraaltje vastpakken.
Tussen 2 en 4 jaar leren kinderen zich aankleden en beginnen ze een beetje te tekenen, te knippen en te plakken.
Als je kind ongeveer 3 jaar is, kun je soms zien of hij links- of rechtshandig wordt. Maar vaak wordt dit pas later (rond 6 jaar) echt duidelijk.
Oog-handcoördinatie
De samenwerking tussen ogen en handen wordt oog-handcoördinatie genoemd. Om dit goed te kunnen, moet je kind goed kunnen zien en goed kunnen kijken.
Voor meer foto’s zie hier.